Terug naar nieuws

Derogatie en bufferstroken voor melkveehouders

De impact van nieuwe mestplannen op boeren

Melkveehouders worden dit jaar geconfronteerd met aanzienlijke financiële uitdagingen als gevolg van het verlies van derogatie en de invoering van bufferstroken. Wageningen University & Research (WUR) heeft onlangs berekend dat deze veranderingen ernstige gevolgen hebben voor het inkomen van melkveehouders. Derogatie en bufferstroken voor melkveehouders zijn de laatste tijd veelbesproken items. Wat betekent het precies?

 

Verlies van derogatie

‘Derogatie’ verwijst naar de vrijstelling die sommige melkveehouders hebben om meer dierlijke mest op hun land uit te rijden dan normaal is toegestaan. Deze vrijstelling is nu echter komen te vervallen. Dit betekent dat melkveehouders minder mest op hun land kunnen uitrijden, wat direct invloed heeft op hun bedrijfsvoering en opbrengsten.

Financiële Impact

WUR schat dat een gemiddelde melkveehouder bij een mestprijs van 20 euro per kuub ongeveer 27.500 euro verliest, wat neerkomt op zo’n 33% van hun inkomen. Dit verlies is nog groter in gebieden met veel NV-gebieden (Nutrienten verontreinigde gebieden). Hier kan het inkomensverlies oplopen tot 50.000 euro, oftewel 60% van het inkomen, als de mestprijs stijgt naar 35 euro per kuub. Deze cijfers laten zien hoe ernstig de financiële impact kan zijn en benadrukken de noodzaak voor melkveehouders om alternatieve oplossingen te zoeken.

 

Invoering van Bufferstroken

Bufferstroken zijn gebieden langs waterwegen waar geen mest mag worden aangebracht om waterverontreiniging te voorkomen. De invoering van deze bufferstroken betekent dat melkveehouders nog minder ruimte hebben om hun mest te plaatsen. De implementatie van bufferstroken vermindert de hoeveelheid land die beschikbaar is voor het aanbrengen van mest. Dit kan leiden tot een verhoogde druk om mest op een duurzame manier te beheren en mogelijk hogere kosten voor mestverwerking of -afvoer. Melkveehouders moeten nu nadenken over alternatieve methoden om hun mest te beheren en te voldoen aan de nieuwe regelgeving.

derogatie en bufferstroken voor melkveehouders

Verlies door korting fosfaatrechten

Vanaf volgend jaar worden de productieplafonds voor zowel stikstof als fosfaat met 10 procent verlaagd. Het is nog onduidelijk hoe deze verlaging over de verschillende sectoren verdeeld zal worden. Hoewel het waarschijnlijk haalbaar is om onder het stikstofplafond te blijven, is er onzekerheid over het fosfaatplafond. Indien dit niet gehaald wordt, kan een generieke korting op fosfaatrechten volgen.

 

Financiële impact

Voor een gemiddeld melkveebedrijf zou het inleveren van 10 procent van de koeien een inkomensverlies van 52.800 euro betekenen. Tegenover dit verlies staan lagere kosten voor voer en mestafzet, wat neerkomt op bijna 25.000 euro. Hierdoor blijft er een structureel inkomensverlies over van 28.000 euro per bedrijf.

 

Mogelijke Oplossingen

Het voorkomen van een generieke korting hangt af van verschillende factoren, waaronder de effectiviteit van opkoopregelingen. Deze regelingen moeten al in 2025 effectief zijn om voldoende impact te hebben. Een brede deelname van melkveehouders aan deze regelingen is cruciaal, wat momenteel niet het geval is. Het stoppen van veehouders in andere sectoren kan ook helpen, maar gezien het feit dat 51 procent van de fosfaatproductie en 59 procent van de stikstofproductie uit de melkveehouderij komt, is dit waarschijnlijk niet voldoende om de fosfaatnorm te halen.

 

Bron: Nieuwe Oogst